Pedagogisch beleidsplan

Pedagogisch beleidsplan

Inleiding

 

Voor U ligt het pedagogisch beleidsplan van Kinderdagverblijf Nanoq. Deze organisatie houdt zich bezig met hele, halve, verlengde, tijdelijke, weekend en incidentele dagopvang, voor kinderen in de leeftijd van 10 weken tot 4 jaar.

Door de uitvoering van het pedagogisch beleid kan er een duidelijke werkwijze worden gevolgd en gehanteerd.

Nanoq hecht grote waarde aan de invulling en de uitvoering van het pedagogische beleid. Interne controle en het toezicht door de oudercommissie zijn daarbij dan ook belangrijke instrumenten voor een gedegen opvolging hiervan. Suggesties ten aanzien van dit beleid of aanmerkingen over de opvolging daarvan kunnen dan ook te allen tijde aan de leidinggevende of de ingestelde oudercommissie worden meegedeeld.

Daarnaast beschikt Nanoq over diverse protocollen, die naast het beleidsplan een goede en duidelijke houvast bieden, voor gespecificeerde zaken.

Het pedagogisch beleidsplan en de daaruit voortkomende uitvoering zullen ieder jaar worden getoetst op de actualiteit. Hierdoor kan er eenvoudig ingesprongen worden op nieuwe inzichten, trends en wettelijke regelgeving ten aanzien van de pedagogische aspecten in de kinderopvang.

 

Voor de borging, eventuele aanpassing, implementatie en evaluatie van het pedagogisch beleid heeft Nanoq samenwerking gezocht met een pedagogisch beleidsmedewerker/ coach die voldoet aan de kwalificatie-eisen, zoals benoemd in de CAO kinderopvang. Hoe de pedagogisch beleidsmedewerker/coach wordt ingezet is schriftelijk vastgelegd binnen de organisatie en is op te vragen bij de leidinggevende.

  

Daar waar in de tekst “medewerkers” of “leidster” staat, dient men dit te vertalen naar “pedagogisch medewerkster” en dit in te vullen zowel mannelijk als vrouwelijk.

 

Kinderdagverblijf Nanoq

 

 

 

 

Inhoudsopgave

 

Inleiding

Inhoudsopgave

1 Pedagogisch Beleid

1.1 Algemeen

1.2 Uitgangspunten

1.3 De doelstelling


2 Visie op sociaal-emotionele veiligheid

2.1 Hoe werken wij aan sociaal-emotionele veiligheid?

2.1.1 De Pedagogisch medewerker

2.1.2 Herkenbaarheid

2.1.3 Corrigeren en stimuleren

2.1.4 Contacten met ouders

2.1.5 Rituelen en vieringen


3 Ontwikkelen van competenties

3.1 Persoonlijke competenties

3.1.1 Leidster-kind interactie

3.1.2 Groep als sociale omgeving

3.1.3 Groep als ruimtelijke omgeving

3.2 Sociale competenties

3.2.1 Leidster-kind interactie

3.2.2 Groep als sociale omgeving

3.2.3 Groep als ruimtelijke omgeving

3.3 Aandachtsvelden in de ontwikkeling

3.3.1 De cognitieve ontwikkeling

3.3.2 De lichamelijke ontwikkeling

3.3.3 De verstandelijke ontwikkeling

3.3.4 De taalontwikkeling

3.3.5 De ontwikkeling van identiteit en zelfredzaamheid

3.3.6 De creatieve ontwikkeling

3.4 Observatie van de ontwikkeling


4 Overbrengen van normen en waarden

4.1 Omgaan met elkaar

4.2 Individualiteit

4.3 Verschillende opvoedingsstijlen en culturen

4.4 Samen verantwoordelijk


5 Veiligheid en gezondheid

5.1 Algemene hygiëne

5.2 Huishoudelijk werkplan

5.3 Veilig spelen

5.4 Risicoinventarisatie

5.5 Hoofdluis

5.6 Brandveiligheid

5.7 Preventie en E.H.B.O.

5.8 Toezicht en opvolging

5.9 GGD inspectierapport

5.10 Achterwacht en 4-ogen principe

5.11 Corona maatregelen

5.12 Veiligheidsbeleid


6 Opvallend gedrag of een beperking

6.1 Opvallend gedrag

6.2 Kinderen met een beperking

6.3 Medische richtlijnen

6.4 Ontwikkelingsachterstanden

6.5 Observatie

6.6 Samenwerking met andere partijen


7 Groepsruimte, dagindeling en voeding

7.1 Herkenbaarheid

7.2 Groep

7.3 Inrichting

7.4 Buiten spelen

7.5 Dagindeling

7.6 Slapen op het kinderdagverblijf

7.7 Verzorging van de maaltijden


8 De Pedagogisch medewerker

8.1 Vaste beroepskrachten

8.2 Invalkrachten

8.3 Inzet pedagogisch medewerkers en ondersteuners

8.4 3 uurs regeling

8.5 Inzet pedagogisch beleidsmedewerker/coach

8.6 Groepshulp

8.7 Stage en BBL


9 Samenwerken met ouders

9.1 Mentor en afstemming opvoedingsmilieu

9.2 Betrokkenheid

9.3 Respect en privacy

9.4 Kennismaking met Nanoq

9.5 Voor het eerst naar Nanoq

9.6 Brengen en halen

9.7 Overdracht

9.8 Ouders op de groep

9.9 Informatievoorziening

9.10 Extra opvang afnemen

9.11 Oudercommissie

9.12 Huisregels

9.13 Klachtenregeling


10 Tot slot

 

 

 

1 Pedagogisch Beleid

 

1.1 Algemeen

Kinderopvang is een kwestie van vertrouwen. Ouders vertrouwen ons hun dierbaarste bezit toe. Zij moeten de zekerheid hebben dat het kind ook in hun afwezigheid een veilige opvang en een verantwoorde opvoeding wordt geboden. Daarom heeft Nanoq voor haar kinderdagverblijf een pedagogisch beleidsplan opgesteld.

Dit pedagogisch beleidsplan dwingt tot nadenken over doelen en middelen van aanvullende gezinsopvoeding. Het laat zien waar ouders op kunnen rekenen als zij hun kind in handen geven van een professionele kinderopvang. Het pedagogisch beleidsplan zorgt ervoor dat ouders de kinderopvang kunnen aanspreken op haar beloften. Verder vormt het een goed uitgangspunt voor onderling gesprek.

In het pedagogisch beleidsplan staan de pedagogisch uitgangspunten omschreven. Er komen zaken aan de orde zoals de ontwikkeling van het kind, de rol van de pedagogisch medewerker en de dagelijkse gang van zaken binnen het kinderdagverblijf.

Verder hecht Nanoq veel waarde aan veiligheid, hygiëne en kwaliteit voor zowel de kinderen als het personeel.

 

1.2 Uitgangspunten

Op een kinderdagverblijf draait alles om het kind. Kinderen ontwikkelen zich in een eigen tempo en op een eigen wijze.

Ieder kind is uniek. Ontwikkelen houdt in veranderen. Als we praten over verandering in gedrag, dan hebben we het over het doormaken van ontwikkelingsfases. Er wordt onderscheid gemaakt tussen verschillende ontwikkelingen. Dit zijn de lichamelijke ontwikkeling, sociaal–emotionele ontwikkeling, de verstandelijke ontwikkeling, de taalontwikkeling, de ontwikkeling van de identiteit, de zelfredzaamheid en de creatieve ontwikkeling.

Op het kinderdagverblijf heeft elke ontwikkeling de aandacht. Er wordt gewerkt met deskundige pedagogisch medewerkers. Zij hebben kennis en bijscholing van de ontwikkelingsfases en begeleiden de kinderen hierin. Zij gaan er vanuit dat ieder kind respect verdient. Ze scheppen een veilig en liefdevol leefklimaat. Dit is de basis van waaruit gewerkt wordt. Ieder kind verdient het om zich op een prettige wijze te ontwikkelen. Om dat te realiseren moeten er een aantal voorwaarden geschept worden, waarbinnen het kind zich kan ontwikkelen.

 

1.3 De doelstelling

Kinderdagverblijf Nanoq heeft als doel een professionele, verantwoorde opvang te bieden aan kinderen tussen de 10 weken en 4 jaar, op momenten dat ouders zich met andere activiteiten bezighouden. Daarbij wordt vertrouwen, veiligheid, zorg, kwaliteit, hygiëne, respect, ontwikkeling, huiselijkheid, rust en regelmaat aan het kind geboden.

 

 

 

2 Visie op sociaal-emotionele veiligheid

 

Een veilige, vertrouwde omgeving is de eerste voorwaarde voor kinderen om zich te kunnen ontwikkelen, elkaar te ontmoeten en om vrij te kunnen spelen. In de eerste levensjaren van een kind wordt de basis gelegd voor de verdere ontwikkeling. Wij willen, samen met de ouders, werken aan een sociaal-emotioneel veilige basis, van waaruit kinderen zelfvertrouwen en eigenwaarde kunnen ontwikkelen. Ze voelen en ervaren dat ze hun eigen plekje mogen hebben in deze wereld. Wij willen kinderen door allerlei

activiteiten stimuleren om de wereld te ontdekken, actief te zijn en zich te ontwikkelen. Alleen vanuit een veilige, vertrouwde basis kan een kind een vertrouwensrelatie aangaan met andere kinderen en met volwassenen.

Kinderen voelen zich veilig als er op een aantal kerngebieden aan de voorwaarden van veiligheid wordt voldaan:

- Kinderen voelen zich veilig in een herkenbare omgeving waarin vaste volwassenen op      een betrouwbare en liefdevolle manier met hen omgaan.

- Herkenbaarheid, herhaling, vertrouwen, aandacht en een gevoel van eenheid tussen de wereld van ‘thuis’ en ‘opvang’ is van belang.

- Door positieve respons en bevestiging van gedrag leren kinderen dat ze als individu waardevol en uniek zijn; ze ontwikkelen hierdoor een positief zelfbeeld en voelen zich thuis in de opvang.

- Een liefdevolle en respectvolle benadering stimuleert kinderen een vertrouwensband met anderen te ontwikkelen.

 

2.1 Hoe werken wij aan sociaal-emotionele veiligheid?

 

2.1.1 De Pedagogisch medewerker

Bij de sociaal–emotionele ontwikkeling speelt de benadering van de pedagogisch medewerkers een belangrijke rol. Zij zorgen voor een positieve hechtingsrelatie zodat een kind zich veilig voelt, wat de basis is voor een goede persoonlijkheidsontwikkeling . Wij vinden het belangrijk dat een

kind voldoende aandacht en warmte krijgt. De pedagogisch medewerkers hebben regelmatig individueel contact met de kinderen.

Op jonge leeftijd is dat vaak tijdens de verzorging. Lichamelijk contact is daarbij belangrijk. Als een kind verschoond wordt, dan wordt er tegen het kind gepraat op een zachte en rustgevende manier. Het kind zit regelmatig op schoot. Als het huilt wordt het kind getroost. Dit geldt natuurlijk ook voor de wat oudere kinderen. De kinderen worden begeleid in hun innerlijke proces. De pedagogisch medewerkers proberen de emoties van het kind te verwoorden en tonen begrip. Wij geven de voorkeur aan belonen,

omdat dat het gevoel van eigenwaarde vergroot.

 

2.1.2 Herkenbaarheid

Veiligheid, geborgenheid en ritme vormen een belangrijke voorwaarde. Het kind voelt zich veilig en geborgen als het kan rekenen op onze zorg en aandacht. Behoefte aan een knuffel heeft ieder kind en die knuffel geven wij graag. Om herkenbaarheid te creëren

hanteert Nanoq een op het kind en de groep afgestemd dagritme waarbinnen het kind de juiste zorg krijgt. De groep is zo samengesteld dat er de volle aandacht is voor de specifieke behoeftes die bij een bepaalde ontwikkelingsfase horen. Dit wordt

geboden in een huiselijke sfeer waarbinnen het kind zich op zijn gemak voelt. Het kinderdagverblijf heeft een ruime verblijfsgroep en een buitenruimte. Kleurstelling en inrichting sluiten aan op de belevingswereld van de kinderen. De ruimtes zijn veilig en schoon. Kinderen kunnen zo vol overgave spelen en bewegen.

 

2.1.3 Corrigeren en stimuleren

Om een sociaal-emotioneel veilige basis te waarborgen is het zeker van belang, rond corrigeren en stimuleren uiterst zorgvuldig te werken. Gevoelens van falen en afwijzing staan zelfvertrouwen en de ontwikkeling van een positief zelfbeeld in de weg. Wij staan

niet boven, maar naast een kind. Door een kind te stimuleren wordt zijn gevoel van eigenwaarde vergroot. Dit doen wij door waardering uit te spreken, door respect te tonen voor de eigenheid van het kind en door verbaal en non-verbaal in de behoefte van

een kind te voorzien bijvoorbeeld door een knuffel, een compliment of extra persoonlijke aandacht.

Wij corrigeren door gewenst gedrag te benoemen en daar uitleg over te geven. Door gewenst gedrag te benoemen ontwikkelen kinderen inzicht in de manier waarop zij zich gedragen en wat het gevolg daarvan kan zijn. Wij gaan op ooghoogte in gesprek met een kind, zodat een kind voelt dat er respect en gelijkwaardigheid is, ook als er gecorrigeerd wordt. Pedagogisch medewerkers binnen een groep maken met elkaar afspraken over corrigeren, zodat er voor kinderen één duidelijke lijn is.

 

2.1.4 Contacten met ouders

Gedurende een aantal dagen in de week vertrouwen ouders er op dat Nanoq hun kind geborgenheid, zorg, vertrouwen, veiligheid en een open klimaat biedt om te groeien en te ontwikkelen. Een positieve relatie met de ouders versterkt volgens ons het gevoel van

veiligheid en welzijn bij het kind. In hoofdstuk 9 wordt verder in gegaan op de samenwerking met ouders.

Kinderen ondergaan tijdens hun groei verschillende natuurlijke fasen van ontwikkeling. Dit proces wordt beïnvloed door de leefwereld waarin het kind zich bevindt. Elk kind ontwikkelt zich een eigen identiteit omdat het de levenservaringen die op hem de meeste indruk maken, zich eigen maakt. Pedagogisch medewerkers in het kinderdagverblijf zijn medeverantwoordelijk voor de ontwikkeling van de kinderen die aan hen zijn toevertrouwd. Zij proberen kinderen op een vriendelijke en machtsvrije manier te beïnvloeden door hen leermogelijkheden aan te bieden, binnen hun kunnen om zodoende tot het opvoedingsdoel te komen.

 

2.1.5 Rituelen en vieringen

Bij Nanoq besteden we aandacht aan diverse vieringen. Het zorgt voor een versterking van de groepsband. Dat is heel belangrijk voor een kind. Zij leren zo dat zij een gewaardeerd lid van de groep zijn. Dat versterkt weer de eigenwaarde van een kind.  Wij vieren o.a. verjaardagen, Pasen, Sinterklaas en Kerst. Gebaseerd op thema, en niet gericht op godsdienst. Daarnaast wordt er aandacht besteed aan vader- en moederdag, en dergelijke. Naast vieringen zijn rituelen ook belangrijk voor kinderen. Het biedt kinderen structuur. Dat zorgt weer voor een veilig gevoel, wat ook een basis is om goed te kunnen ontwikkelen. Rituelen doen zich voor op vaak terugkerende momenten van de dag, zoals aan tafel, naar buiten of gaan slapen.

 

 


3 Ontwikkelen van competenties

 

3.1 Persoonlijke competenties

Kinderen ontwikkelen hun persoonlijkheid. Dit heeft te maken met kenmerken als veerkracht, zelfstandigheid en zelfvertrouwen, flexibiliteit en creativiteit, die het kind in staat stellen om zich aan te passen aan verschillende situaties en omstandigheden. Dit doet een beroep op de diverse ontwikkelingsgebieden. Zelfstandigheid heeft bijvoorbeeld te maken met de motorische ontwikkeling van kinderen (de overgang van kruipen naar stappen), maar ook met emotionele ontwikkeling (het wachten op je beurt), de sociale ontwikkeling (het samen kunnen spelen buiten het directe toezicht van een volwassene) en de cognitieve ontwikkeling (het kunnen voorstellen dat de leidster niet ‘weg’ is, als ze naar de keuken loopt). Kortom het gaat om: weten wat je kunt, weten wie je bent, hoe reageer je op anderen en andere situaties, wat interesseert je, wat vindt je leuk, wat maakt je blij, boos of verdrietig en waarom. Zelfstandigheid en zelfvertrouwen zijn hier kernwoorden.

 

3.1.1 Leidster-kind interactie

De leidster stimuleert de zelfstandigheid en het zelfvertrouwen van het kind, door op een positieve manier in te gaan op initiatieven van het kind (door bijvoorbeeld een complimentje te geven), en door het kind uit te dagen om nieuwe dingen te proberen. Op deze manier ontwikkelt het kind vertrouwen in zijn eigen kunnen. Van de leidster vraagt dit om een houding van aandacht en betrokkenheid, maar ook van voldoende afstand om het kind de ruimte te geven om zichzelf te ontwikkelen.

Door kinderen verantwoordelijkheid te geven over de dingen die ze (bijna) kunnen, ontwikkelen ze zelfvertrouwen.

Het is daarom belangrijk dat de leidster gevoelig is voor wat een kind al wel en nog niet kan. Dit houdt in: niet te snel hulp bieden, om het kind te leren om niet meteen op te geven, maar te kijken of het op een andere manier kan. Aan de andere kant betekent dit

dat kinderen niet gefrustreerd raken en wel de gelegenheid krijgen om hulp te vragen en te ontvangen.

 

3.1.2 Groep als sociale omgeving

In groepsverband is het belangrijk dat kinderen elkaar gaan zien als individuele personen. Groepsactiviteiten zijn erop gericht om kinderen te leren ontdekken wat ze goed kunnen, en te helpen in wat ze (nog) moeilijk vinden. Binnen de groep is er aandacht voor elk kind als individu. Daarbij moet de hoeveelheid en soort aandacht passend zijn bij de behoefte van het kind.

Binnen de groep is er ruimte voor eigen initiatieven en ideeën met betrekking tot de activiteiten die het kind wil gaan doen. Door kinderen serieus te nemen, geeft de leidster hen (zelf)vertrouwen. Het stimuleren van samenspelen is belangrijk voor de

ontwikkeling van de persoonlijkheid. Het kind leert door samen te spelen zichzelf kennen, wat het leuk vindt en wat niet. Het kan dan gebeuren dat het kind iets leuk vindt dat tegelijk door een ander kind niet leuk wordt gevonden. Op deze manier ontwikkelt het kind zijn eigen voorkeur en smaak. In de omgang met andere kinderen, leert het kind allerlei gevoelens te ontdekken en daar geleidelijk mee om te gaan.

 

3.1.3 Groep als ruimtelijke omgeving

De groepsruimte en het (spel)materiaal dienen enerzijds het kind uit te dagen om ermee aan de slag te gaan en om te verkennen. Aan de andere kant is het materiaal vertrouwd, haalbaar voor het ontwikkelingsniveau en gericht op herhaling. Kinderen moeten hun mogelijkheden kunnen ontdekken, zonder overspoeld te worden door te veel nieuwe dingen. Daarnaast is zowel de ruimte als het materiaal erop gericht om in kleine groepjes te kunnen spelen of alleen. Door het ontwikkelen van initiatieven kan het voorkomen dat kinderen tegen hun eigen grenzen aanlopen (ongelukjes of bijna ongelukjes). Het zoeken van een balans tussen veiligheid en uitdaging hoort bij de ruimtelijke omgeving.

 

3.2 Sociale competenties

De sociale competentie heeft te maken met het ontwikkelen van vaardigheden om zich sociaal goed te kunnen gedragen. Het heeft te maken met het ontwikkelen van het ´ik´ in relatie tot de ander: kinderen leren gaandeweg omgaan met andere kinderen door vaardigheden die ze leren in te zetten in de relatie met anderen. Kortom: het gaat om het ontwikkelen van sociale vaardigheden als het in een ander kunnen verplaatsen, het kunnen communiceren, samenwerken, anderen helpen, conflicten voorkomen en

oplossen. Hierbij wordt een beroep gedaan op de diverse ontwikkelingsgebieden.

 

3.2.1 Leidster-kind interactie

In het aanleren van sociale vaardigheden heeft de leidster een voorbeeldfunctie. De leidster beschikt over de vaardigheid om interacties tussen kinderen in goede banen te leiden. Haar houding en gedrag zijn voor het kind bepalend hoe het kan reageren op

verschillende situaties en gebeurtenissen. Van belang bij het ontwikkelen van sociale competentie is het stimuleren van het samen dingen doen. Het kind wordt op deze manier bewust gemaakt van de aanwezigheid van anderen. De manier waarop er wordt

gecommuniceerd is daarbij van belang. Uitleg over de gevoelens, gedachten en ideeën van andere kinderen zijn hierbij belangrijk. De leidster stimuleert de communicatie, door het kind aan te moedigen iets te vragen aan de ander. De leidster geeft richting aan de communicatie en het gedrag door bij ruzies aan te geven hoe het kind dit kan voorkomen (vragen om het speelgoed in plaats van het af te pakken). De leidster draagt er zorg voor dat er een balans wordt gevonden in de relatie van individuele kinderen met elkaar: het stimuleren van het inleven van de ander, en tegelijk het kind de ruimte te bieden zijn eigen weg te vinden in het contact.

 

3.2.2 Groep als sociale omgeving

Binnen Nanoq is er voldoende mogelijkheid voor kinderen om sociale ervaringen op te doen. Er is een duidelijke verdeling tussen individuele momenten en groepsmomenten. Gedurende de hele dag zijn kinderen samen met andere kinderen, soms in een grote groep, soms in kleinere groepjes. Door met elkaar leuke dingen te doen, plezier te hebben, maar ook verdriet te delen en elkaar te troosten, door samen te eten, iets nieuws te ontdekken, samen te spelen, op je beurt te wachten, rekening houden met elkaar ontstaat een gevoel van saamhorigheid. Binnen de groep kunnen vriendschappen ontstaan, deze kunnen gestimuleerd worden door daar positieve aandacht aan te geven.

 

3.2.3 Groep als ruimtelijke omgeving

De ruimte en de activiteiten zijn erop gericht om het samenspelen te stimuleren. Er is ruimte om met meerdere kinderen ergens te spelen en er zijn in de groep materialen om samen te gebruiken. Voor het gebruik van de ruimte als gezamenlijke omgeving moeten

er wel duidelijke regels en afspraken zijn. Er mag ruimte zijn om lekker actief en druk te doen, echter er moet ook rekening gehouden worden met de andere kinderen in de groep die op dat moment meer behoefte hebben met rust. Door afspraken te maken over het gebruik van de ruimte, leren kinderen omgaan met de behoeften van anderen.

 



3.3 Aandachtsvelden in de ontwikkeling

 

3.3.1 De cognitieve ontwikkeling

Wij stimuleren, in aansluiting op de basisschool, op spelenderwijze de cognitieve ontwikkeling van kinderen. Het gaat dan om de ontwikkeling van het denken, het geweten en de intelligentie. Door spel, door bouwen en door materialen die uitdagen om na te

denken, leert een kind begrijpen en leert een kind ordening aan te brengen. Dit begint al bij kleine kinderen met spelactiviteiten.

Tijdens momenten op de dag is er ruimte voor denkspelletjes. In het aanbod aan spelmateriaal is er specifiek materiaal waarmee de cognitieve ontwikkeling wordt gestimuleerd. De kinderen vanaf de 3 jaar, die daar aan toe zijn, gaan aan de slag met een extra actief programma ter voorbereiding op school.

 

3.3.2 De lichamelijke ontwikkeling

De lichamelijke ontwikkeling begint al op een hele jonge leeftijd. Baby’s leren al snel om naar iets te grijpen, ze leren rollen en kruipen en als ze wat ouder worden leren ze lopen. Zo maken ze een hele ontwikkeling door. Om zich lichamelijk te ontwikkelen

hebben kinderen ruimte nodig. De ruimte in Nanoq is zo ingericht dat het de kinderen uitnodigt om te gaan spelen. Baby’s kunnen spelen in de box of op een rustig plekje op de vloerverwarmde grond. De peuters spelen ook graag op de grond. Zij willen de omgeving ontdekken door te kruipen of te lopen. Ze kunnen lekker rollen op een speelkleed of zich terugtrekken in een speelhoekje. In de peuterleeftijd wordt de ontwikkeling van de fijne motoriek belangrijker. Zij kunnen in de groep spelen met bouwstenen, puzzelen, knutselen enz. Dit kan tijdens het vrijspelen, maar de peuterleeftijd leent zich ook al heel goed om gerichte activiteiten aan te bieden. De pedagogisch medewerkers kunnen zo bepaalde ontwikkelingen stimuleren.

3.3.3 De verstandelijke ontwikkeling

Jonge kinderen denken vanuit zichzelf. Ze hebben nog geen inlevingsvermogen en ze hebben een zeer beperkt concentratievermogen. Ook hun gewetensvermogen is nog uiterst beperkt. Bovendien kunnen ze nog niet zo goed onderscheid maken tussen fantasie en werkelijkheid. Bij het aanbieden van activiteiten en materialen houden we daar rekening mee. Tijdens het spel houdt de pedagogisch medewerker toezicht. Zij is degene die de grenzen aangeeft en grijpt in als zij het nodig acht. Zij is in staat om de kinderen, als het nodig is, te sturen en een positieve wending aan het gebeuren te geven.

 

3.3.4 De taalontwikkeling

Tijdens de eerste vier jaar maken de kinderen een snelle ontwikkeling door op het gebied van de taal. Van het maken van de eerste prille geluidjes tot het zeggen van hele zinnen. Wij stimuleren de kinderen in het gebruik van de Nederlandse taal om hun woordenschat te verruimen, waardoor zij deze taal beter leren beheersen. De omgeving van het kind is daarbij van groot belang.

Op het kinderdagverblijf wordt dan ook veel aandacht besteed aan de verbale communicatie. Nederlands is de voertaal bij Nanoq. Alle pedagogisch medewerksters zijn gecertificeerd op de taaleis NL 3F. Er wordt veel gepraat tegen en met het kind. Dit kan zowel individueel als in de groep. Kinderen leren namelijk ook veel van elkaar. Elke dag zingen we liedjes en lezen voor uit prentenboeken waarmee de pedagogisch medewerkers o.a. de namen van mensen, dieren en dingen aanleren. Ook zien we de taal als hulpmiddel bij de andere ontwikkelingen. Om de taal te stimuleren en het kind extra hulp te bieden om zich te uiten, zonder de verbale taal al machtig te zijn, kan het kind ondersteuning krijgen door diverse gebaren. (Gebaarsysteem is ter ondersteuning van de spraak. En dus geen Nederlandse gebarentaal en niet ter vervanging van de spraak)

 

3.3.5 De ontwikkeling van identiteit en zelfredzaamheid

Een goede sfeer is van belang bij deze belangrijke ontwikkeling. Het kind moet zich veilig kunnen voelen op een kinderdagverblijf. De groep straalt gezelligheid en openheid uit. Kleur en indeling spelen een rol. De pedagogisch medewerkers tonen begrip voor de emoties van het kind. Ieder kind verdient aandacht en respect. Het kind heeft een duidelijke plaats binnen de groep en voelt zich daardoor gewaardeerd. De pedagogisch medewerkers begeleiden het kind in zijn ontwikkelingen en helpen zo zijn gevoelens een plaats te geven. Zij ondersteunen het kind in de ontwikkeling naar zelfstandigheid zonder daarin de eigenheid van het kind aan te tasten. Het kind geeft zelf aan wanneer het ergens aan toe is. Bij Nanoq wordt de ontwikkeling van elk kind gevolgd. Als er (mogelijke) ontwikkelingsachterstanden gesignaleerd worden, dan gaan we voor het betreffende kind in overleg met de ouders om afspraken te maken over bijvoorbeeld een aangepaste begeleiding.

 

3.3.6 De creatieve ontwikkeling

Creatief spel en speelgoed heeft een eigen functie. Het voornaamste doel is dat het kind lekker bezig kan zijn met verschillende materialen. Het eindresultaat doet er niet toe; alles wat het kind maakt is mooi. Creatief spel stimuleert de fantasie en vormt een

manier om emoties en gevoelens te uiten.

 

3.4 Observatie van de ontwikkeling

Kindbesprekingen zijn een belangrijke taak van de pedagogisch medewerkers.

Het doel van de kindbespreking is om een realistisch beeld van een kind te krijgen.

Het betekent dat de pedagogisch medewerkers bewust bezig zijn met :

- goede contacten te leggen met de kinderen

- het observeren van de kinderen

- en het rapporteren van hun bevindingen

 

Tijdens een observatie letten we op enkele aandachtspunten.

Voor alle aandachtspunten geldt: Hoe staat de ontwikkeling in verhouding tot wat een kind van een bepaalde leeftijd zou moeten kunnen.

Tijdens de kindbespreking geeft de pedagogisch medewerker haar mening over de verzamelde informatie over het kind. Verschillende meningen van de pedagogisch medewerkers op het gedrag van het kind komen aan de orde.

Samen wordt bepaald of er de komende tijd extra aandacht besteed moet worden aan het kind, of dat het zoals het nu verloopt, prima gaat met het kind. Een ouder wordt mondeling op de hoogte gesteld over de ontwikkeling van het kind.

Enkele punten die bij de observatie de aandacht krijgen zijn:

- De motorische ontwikkeling: grove- en fijne motoriek.

- De emotionele- en sociale ontwikkeling: laat gevoelens blijken, probeert contact te maken en reageert op bekenden.

- De intellectuele ontwikkeling: het kunnen onderscheiden en herkennen van voorwerpen en eigenschappen en het verband leggen daartussen.

- De taalontwikkeling: Peilen van de passieve woordenschat; of zij opdrachten begrijpen en kunnen uitvoeren. Peilen van de actieve woordenschat: de woorden die zij reeds spreken.

- Ontwikkeling van fantasie en creativiteit; Kan een kind eigen initiatieven ondernemen, heeft het interesse in spelletjes, plakken, verven e.d., heeft het favoriete spelletjes.

- Ontwikkeling van zelfstandigheid en zelfredzaamheid. Kan een baby zelf de fles vasthouden, zelf eten. Kan het kind zichzelf aan en uitkleden, met bestek eten, naar de wc gaan en doorspoelen, zelf speelgoed pakken en nadien weer opruimen ; Vraagt het kind om hulp waar eigen mogelijkheid tekort schiet?




4 Overbrengen van normen en waarden

 

Binnen het kinderdagverblijf van Nanoq is er voor kinderen een heel eigen mogelijkheid om de cultuur waar ze in leven eigen te maken. Dit omdat kinderen te maken hebben met een groep waar zich relatief veel ‘leermomenten’ voor doen, bijvoorbeeld bij conflicten tussen kinderen, maar ook in het samen beleven van leuke momenten zoals een feestje.

Het gedrag van de groepsleiding speelt een belangrijke rol bij de morele ontwikkeling van kinderen. Vanuit een respectvolle benadering geven de leidsters richting aan, of waar nodig, verbeteren zij het gedrag van kinderen. In de groep kan het kind zich dit

gedrag spelenderwijs eigen maken. Respect voor de eigenheid van het kind vormt hierbij het uitgangspunt. Er wordt rekening gehouden met de individuele ontwikkelingsfase waarin ieder kind zich bevindt. Ook staat Nanoq open voor verschillende culturele achtergronden.

 

4.1 Omgaan met elkaar

Op ons kinderdagverblijf worden kinderen opgevangen in een verticale groep, een groep van verschillende leeftijden van 0-4 jaar. De ‘groep’ biedt de mogelijkheid om de kinderen te leren omgaan met elkaar, ze komen elkaar tegen. Kinderen verdienen niet alleen respect van volwassenen, maar ook van elkaar. Jonge

kinderen hebben nog geen inlevingsvermogen. Ze maken nog een innerlijk proces door. Dit uit zich o.a. in het “ik”, “nee”,  “van mij” zeggen en het zelf willen doen, zo wordt hun eigenwaarde vergroot. Van daaruit kan een kind leren omgaan met andere kinderen.

Het is juist heel belangrijk om een kind goed te begeleiden in deze periode. Kinderen krijgen bij Nanoq de mogelijkheid om eerst naast elkaar te spelen en daarna met elkaar. Door ervaring en ontwikkeling van het eigen “ik” leert een kind omgaan met andere kinderen. Bovendien verwerven zij zo een plekje in de groep. Het kind leert dat een ander kind ook zichzelf mag zijn in de groep. De pedagogisch medewerker geeft hierbij de grenzen aan. Ons uitgangspunt is dat de kinderen elkaar geen pijn mogen doen, zowel fysiek als mentaal. Ieder kind verdient respect.

 

4.2 Individualiteit

Naast aandacht voor het groepsgebeuren, moet er ook aandacht zijn voor het individu. Geen kind is immers gelijk. Bij Nanoq is een kind niet verplicht om te doen wat de groep doet. De pedagogisch medewerkers zorgen voor een stukje persoonlijke aandacht via taal, troost, beloning, knuffelen en verzorging. Ze zijn voortdurend aan het kijken naar de kinderen in de groep, waarbinnen ieder kind opvalt. Ze spelen op die manier in op de behoeftes van ieder kind. Ze gebruiken daarbij hun deskundigheid en affiniteit jegens de kinderen.

 

4.3 Verschillende opvoedingsstijlen en culturen

Er bestaan in Nederland een heleboel verschillende opvoedingsstijlen. Dit heeft onder andere te maken met de diversiteit van culturen. Nanoq maakt geen gebruik van één bepaalde opvoedingstheorie. Wij vinden dat er overal wel iets passends in staat wat ons aanspreekt. Wij gaan van het kind uit. Het kind staat centraal. Hoe voelt een kind zich, wat is zijn temperament, hoe ver is het in zijn ontwikkeling. Wij gaan er van uit dat een kind verbaal of non-verbaal aangeeft wat het nodig heeft. Wij bieden een kind geborgenheid, warmte en veiligheid en geven dus ook grenzen aan. Wij zullen ons echter steeds de vraag stellen “Is dit in het belang van het kind?”.

 

4.4 Samen verantwoordelijk.

De dagelijkse verantwoordelijkheid berust in eerste instantie bij de pedagogisch medewerkers. Zij hebben direct contact met de kinderen. Ze bieden de kinderen veiligheid, warmte en respect. Ze overleggen samen met de ouders over de opvoeding. Zo stemmen ze de opvoeding op elkaar af. De uiteindelijke verantwoordelijkheid berust echter altijd bij de ouders zelf.

 

 

 

5 Veiligheid en gezondheid

 

Het verzorgen van kinderen vormt een belangrijk onderdeel van het werk in de kinderopvang. De aard van de verzorging is in belangrijke mate afhankelijk van de leeftijd van de kinderen. Het kinderdagverblijf heeft een dagindeling, die is afgestemd op de behoeftes van de leeftijdsgroep. Bij het "verzorgen van kinderen" wordt gelet op:

- veiligheid

- hygiëne

- fysieke omgeving

- voeding

- ziek zijn / chronisch zieke kinderen en gehandicapte kinderen

- groepsindeling / inzet pedagogisch medewerkers

Kinderdagverblijf Nanoq voldoet qua veiligheid, inrichting en hygiëne aan de eisen zoals gesteld door de voedsel- en waren autoriteit, kwaliteitseisen binnen de wet kinderopvang en de CAO kinderopvang.

 

5.1 Algemene hygiëne

Een hygiënische omgeving is van groot belang voor het kind. Door consequent te zijn in het nemen van hygiënemaatregelen worden de kansen van infectieziekten beperkt. Het allerbelangrijkste is het wassen van de handen na het mogelijk in contact komen

met bacteriën. Maar ook het dragen van schone kleding en zelfverzorging van kind en leiding zijn van belang. Door de ruimte goed te ventileren en alles regelmatig schoon en stofvrij te maken, krijgen ziektekiemen minder kans zich te nestelen en zich te verspreiden.

 

5.2 Huishoudelijk werkplan

Alle huishoudelijke taken zijn omschreven in het huishoudelijk werkplan. In een tijdsschema staat aangegeven wat en hoe er dagelijks schoongemaakt moet worden. Daarnaast wordt bijgehouden wanneer, door wie en wat is schoongemaakt.

Voor het grote schoonmaakwerk is er een huishoudelijk medewerker werkzaam. Het huishoudelijk werkplan voorziet in een schone en hygiënische omgeving voor de kinderen.

 

5.3 Veilig spelen

Naast de spelkwaliteit van het speelgoed wordt het bekeken op veiligheid. Het speelgoed is veilig en van hoogwaardige kwaliteit. Dit betekent dat het speelgoed geen gevaarlijke stoffen bevat en duurzaam is. Dit geldt ook voor materialen als verf, potloden en klei. In het kader van hygiëne wordt het speelgoed regelmatig gereinigd. Het speelgoed wordt voor gebruik gecontroleerd. Speelgoed dat niet meer intact is, wordt onmiddellijk verwijderd. De zandbak buiten is afgedekt en het zand wordt jaarlijks ververst.

 

5.4 Risicoinventarisatie

In het kader van de wet kinderopvang voert Nanoq een jaarlijkse risicoinventarisatie uit met betrekking tot de veiligheid en gezondheid. Deze risico inventarisatie ligt ter inzage op de locatie.

 

5.5 Hoofdluis

Hoofdluis is een kwaal die zich makkelijk en snel kan verspreiden. Om deze verspreiding zoveel mogelijk te beperken, vragen wij ouders die thuis hoofdluis constateren, dit thuis te behandelen, voordat kind en ouder in het kinderdagverblijf komen. Ook is het belangrijk dat de ouder ons hierover informeert. Zodra we binnen Nanoq hoofdluis constateren, informeren en overleggen wij met de ouders over de behandeling. Uit voorzorg worden alle andere kinderen onderzocht en alles in het kinderdagverblijf schoongemaakt en gewassen. Tevens is het gebruik van een luizencape voor jassen tijdens die periode gewenst, welke Nanoq voor ieder kind te leen heeft.

 

5.6 Brandveiligheid

Nanoq voldoet aan alle eisen die de brandweer aan een kinderdagverblijf stelt. Zo zijn er de nodige vluchtroutes, een evacuatiebedje en blusmiddelen. Het ontruimingsplan beschrijft de taken en handelingen die moeten worden uitgevoerd als het pand of een deel daarvan ontruimd moet worden. Dit plan is gericht op een ordelijke en veilige ontruiming. Om goed voorbereid te zijn op een mogelijke ontruiming wordt dit plan jaarlijks geoefend. Bovendien hebben de vaste pedagogisch medewerkers een bedrijfshulpverlening certificaat met benodigde herhalingscursus, waarin zij leren adequaat te handelen bij calamiteiten. Roken en het veroorzaken van vuur is in het kinderdagverblijf niet toegestaan.

 

5.7 Preventie en E.H.B.O.

Het kinderdagverblijf beschikt over een E.H.B.O.-trommel met een vastgestelde inhoud. Nanoq vindt het belangrijk dat alle medewerkers zich bewust zijn van regels en richtlijnen, hoe te handelen bij ziekte of ongeval. Alle medewerkers beschikken over een certificaat voor Eerste Hulp aan Kinderen, en volgen hiervoor herhalingscursussen. Voor informatie en het handelen bij ziekte volgen wij de GGD richtlijnen.

 

5.8 Toezicht en opvolging

Kinderdagverblijf Nanoq staat onder toezicht van;

- De leidinggevende

- De GGD en gemeente

- De oudercommissie en ouders

 

5.9  GGD inspectierapport

Jaarlijks komt de GGD een inspectie uitvoeren. Het rapport hiervan is te vinden op www.landelijkregisterkinderopvang.nl bij de gegevens van kinderdagverblijf Nanoq, onder registratienummer 141573296.

 

5.10 Achterwacht en 4-ogen principe

Als een groepsleidster alleen op de groep staat, omdat het kindaantal dat toelaat, is er altijd achterwacht paraat, welke telefonisch oproepbaar is en binnen 15 minuten aanwezig kan zijn bij Nanoq. Voor het verplichte 4-ogen principe voldoet, i.o. met de GGD en OC, de controle van inloop van een volwassen achterwacht die toestemming heeft op ieder tijdstip onverwacht Nanoq te betreden.

 

5.11 Corona maatregelen

Wij volgen richtlijnen, advies, beslisboom en protocol voor de kinderopvang van het RIVM en GGD, en zorgen voor gepaste afstand.

Vanwege aangepaste (tijdelijke) maatregelen ontvangen we geen ouders op de groep, vinden er geen fysieke gesprekken op locatie plaats, hebben we een korte overdracht en tijdens de wisselgroepen van het inpandig gelegen zwembad volgen we een eenrichtingsroute in het pand. Het overnemen van de kinderen is met gepaste afstand bij de groepsdeur van Nanoq. Compleet ingepakte verzorgingstasjes en overdrachtschriftjes gaan mee over en weer van huis naar Nanoq en vice versa.

 

5.12 Veiligheidsbeleid

Een apart veiligheidsbeleid ligt ter inzage op de locatie.

 

 


6 Opvallend gedrag of een beperking

 

Geen kind is hetzelfde, ieder kind ontwikkelt zich op zijn eigen manier.

Toch kunnen er signalen zijn die extra aandacht behoeven.

Dit betreft zowel kinderen met een 'normale' ontwikkeling als kinderen met een beperkiing. In beide gevallen kan extra zorg en aandacht van belang zijn.

 

6.1 Opvallend gedrag

Er zijn tal van redenen waarom kinderen opvallend gedrag kunnen gaan vertonen. Door de geboorte van een broertje of zusje kan een kind bijvoorbeeld een korte terugval hebben in een vorig stadium van zijn ontwikkeling. Zo kan de zindelijke peuter weer in zijn broek gaan plassen. Kinderen kunnen bij Nanoq rekenen op begrip en extra aandacht. Als ouders of pedagogisch medewerkers opmerken dat een kind gedurende een periode afwijkt in zijn gedrag is dit reden voor overleg. Op grond van observaties wordt het gedrag in kaart gebracht. Na een bespreking in het team worden de ouders uitgenodigd voor een gesprek. Tijdens dit gesprek bekijken we samen met de ouders wat er met het kind aan de hand kan zijn en hoe we hiermee om kunnen gaan. Een goede afstemming in de omgang met het kind tussen ouders en Nanoq biedt in veel gevallen al uitkomst. Mocht de problematiek onduidelijk blijven en vragen om extra hulp, dan kunnen wij advies inwinnen bij deskundigen en ouders met kind hier naar verwijzen.

 

6.2 Kinderen met een beperking

Nanoq staat open voor kinderen met een beperking. Ouders met een kind met een beperking kunnen de voorkeur geven aan een omgeving waarin hun kind met niet beperkte kinderen kan worden opgevangen. Bij Nanoq proberen wij zoveel

mogelijk aan deze wens tegemoet te komen. Norm hiervoor is wel dat het binnen de bestaande groep is in te passen. Daarnaast moet de opvang een positief effect hebben op het welbevinden van het kind. In samenspraak met ouders en deskundigen bekijken wij of er voldoende mogelijkheden zijn om het kind professioneel op te kunnen vangen en te begeleiden.

 

6.3 Medische richtlijnen

Voor kinderen met een voedselallergie geldt vaak een bepaald dieet. Alternatieve producten die bij Nanoq niet in het normale voedingspakket zitten, dienen ouders zelf mee te nemen.

Kinderen die gebruik maken van medicatie, krijgen dit uitsluitend toegediend volgens de voorschriften van een arts. Medicatie wordt alleen toegediend op doktersadvies, uit de juiste verpakking en nadat ouders hiervoor een medicijnformulier hebben ondertekend.

Dit gebeurt alleen door de vaste pedagogisch medewerkers van de groep. Zelfmedicatie, zoals bijvoorbeeld paracetamol, dienen wij niet toe. Wij verwachten een melding als het kind thuis een paracetamol heeft gehad, alvorens Nanoq te bezoeken.

 

6.4 Ontwikkelingsachterstanden

De basis van onze werkwijze is dat kinderen zich op hun eigen tempo ontwikkelen en dat ieder kind daarin uniek is. Wij kijken in de eerste plaats dan ook naar de eigenheid van het kind en leggen geen hoge druk en verwachtingspatroon op aan een kind dat iets nog niet kan. Toch is er wel een globaal beeld van wat kinderen in een bepaalde fase geleerd kunnen hebben. We volgen in de periode dat kinderen bij Nanoq zijn heel nauwkeurig hoe een kind zich ontwikkelt. Als we denken dat een kind echt achterblijft bij zijn leeftijdsgenootjes, dan wordt het kind op bepaalde aandachtsgebieden extra gestimuleerd. Pedagogisch medewerkers overleggen hierover met de ouders en kunnen afspraken maken over een aangepast aanbod. Als het nodig is schakelen we deskundige hulp in die de pedagogisch medewerker of het kind rechtstreeks kan helpen om verdere achterstand te voorkomen en om de achterstanden die er zijn bij te werken.

 

6.5 Observatie

Om de ontwikkeling van kinderen goed te kunnen volgen maken wij gerichte observaties. Zo kunnen we op individueel- en groepsniveau de ontwikkeling van kinderen volgen. Tijdens oudergesprekken worden de observaties toegelicht en worden opvallende zaken rond de zorg voor het kind besproken. Pedagogisch medewerkers die een ontwikkelingsstagnering opmerken bij een kind, kunnen dit tijdens een werkoverleg bespreken. De leidinggevende kan de pedagogisch medewerker ondersteunen en begeleiden in hun bevinding, en een gesprek met de ouders voeren.


6.6 Samenwerking met andere partijen

Voor goede zorg en aandacht, maar ook voor een doorgaande ontwikkelingslijn van het kind wordt er samen gewerkt met de jeugdgezondheidszorg, consultatiebureau, (basis)scholen, opvoedlijn, logopedisten en andere zorghulpverleners. Nanoq heeft een netwerk van zorg- en hulpverleners beschikbaar waar deskundig advies gevraagd kan worden voor een specifieke situatie.

Dit kan door de situatie met een kind te beschrijven zonder de naam van het kind te noemen, maar wij kunnen ook specifiek over een kind spreken met hulpverleners. Hiervoor vragen wij altijd vooraf toestemming aan de ouders. Als ouders instemmen met het uitwisselen van informatie, krijgen zij altijd vooraf inzage in de informatie die aan derden wordt verstrekt.

 


 

7 Groepsruimte, dagindeling en voeding

 

Kinderen hebben ruimte nodig om te spelen, zich uit te leven en te bewegen. Maar ook om zich terug te trekken, tot rust te komen en zich te concentreren. De verblijfsruimte en buitenplaats van Nanoq zijn hierop afgestemd. Letterlijk hebben de kinderen in Nanoq een grote bewegingsruimte om vol overgave te spelen, zich uit te leven of zich terug te trekken uit de drukte van de groep. Er is een groepsruimte waar de kinderen verblijven en spelen, een aparte grote slaapkamer, een kleine slaapruimte en een buitenplaats. Met de kleurstelling en inrichting van het kinderdagverblijf is Nanoq een plek waar kinderen zich thuis voelen.

De groepsruimte is grotendeels voorzien van vloerverwarming zodat kinderen naar hartenlust op de behaaglijke vloer kunnen spelen.

 

7.1 Herkenbaarheid

Niet alleen vaste pedagogisch medewerkers, ook vaste groepsgenootjes dragen bij aan een gevoel van veiligheid en vertrouwdheid. Kinderen krijgen zo al heel jong de kans om op hun eigen manier relaties met andere kinderen aan te gaan. Ze ontdekken elkaar, ze spelen met elkaar, ze maken ruzie met elkaar en pedagogisch medewerkers begeleiden hen er samen weer uit te komen. Vaste groepsgenootjes betekenen ook vaste ouders die elkaar leren kennen rond breng- en haalmomenten. Door de kleinschaligheid en vaste groep kunnen pedagogisch medewerkers en kinderen samen iets opbouwen. Er ontstaat  een groepsgevoel met herkenbare momenten en vaste dagrituelen. Een nieuw kind krijgt een eigen ‘welkom in de groep’ en er wordt tijd genomen om binnen de groep te wennen aan de nieuwe samenstelling. Er wordt gekeken naar wat de behoefte van het nieuwe kind is. De kinderen die al bij Nanoq zijn worden uitgenodigd het nieuwe kind bij de groep te betrekken door middel van bijvoorbeeld spel, activiteiten en gesprek.

 

7.2. Groep

Binnen Nanoq is 1 verticale groep gevestigd, welke maximale aanwezigheid van 15 kinderen per dag heeft. Verticaal betreft kinderen in de leeftijd van 0 tot 4 jaar gemengd binnen 1 groep.

De groepsgrootte in relatie tot het aantal pedagogisch medewerkers valt binnen de normen zoals deze gelden voor de kinderopvang, vernoemd onder punt 8.3.

 

7.3 Inrichting

De groepsruimte is de ruimte waar de kinderen een groot deel van de dag doorbrengen. In het kinderdagverblijf is de groep ruim opgezet en ingericht op de verschillende behoeftes gedurende de dag. De ruimte is ingesteld op iedere leeftijdsgroep. De baby’s kunnen in de hoge box liggen waar ze veilig kunnen spelen en overzicht hebben over de groep. Daarnaast liggen er zachte en warme materialen op de grond waar ze vrij op kunnen bewegen en kruipen. De dreumesen en peuters hebben in de groepsruimte beschikking over verschillend speelgoed en spelmaterialen wat bijdraagt aan hun ontwikkeling en de fantasie prikkelt. Aan de tafels wordt gegeten en kunnen activiteiten gedaan worden.

 

7.4 Buiten spelen

Nanoq heeft aangrenzend aan de groepsruimte een omsloten buitenplaats. Een ruimte waar de baby´s veilig afgeschermd buiten kunnen spelen, terwijl de oudere kinderen met ander spel of buitenmateriaal bezig zijn. De buitenplaats is deels overkapt zodat ook met mindere weersomstandigheden de kinderen naar buiten kunnen, en ‘s zomers niet in de volle zon spelen. Bij lekker weer hebben de kinderen bijna de hele dag gelegenheid buiten te zijn. Buiten spelen betekent ook dat de kinderen in contact komen met wisselende seizoenen en natuurverschijnselen zoals zon, wind en sneeuw. Zodra de weer- en de groepsomstandigheden het toelaten gaan we naar buiten. Zowel op eigen terrein, als buiten Nanoq, voor een wandeling of bezoek aan bijvoorbeeld een speelveld of supermarkt.

 

7.5 Dagindeling

De deelname aan de dagindeling van de groep is sterk afhankelijk van de leeftijd en behoefte van het kind. Door structuur en duidelijkheid te bieden kunnen de kinderen zich optimaal en veilig voelen. Terugkerende ritmes van samen een gezamenlijke activiteit in de kring en tijdens de eetsituatie aan tafel geeft duidelijkheid. Nanoq biedt voldoende ruimte voor vrij spel zodat de fantasiewereld van het kind geprikkeld wordt en waarbij ook ruimte is voor creatieve activiteiten. We kijken naar waarden en normen en het is belangrijk het kind te respecteren en respect bij te brengen.

De globale dagindeling houden we zoveel mogelijk aan. Bij binnenkomst is er gelegenheid voor vrij spel. Als iedereen aanwezig is, doen we een groepsactiviteit voor een welkom, liedjes en beweging.
Daarna gaan we drinken met een versnapering en is er aansluitend tijd voor verschonen.          Tot het eten is er tijd voor een georganiseerde groepsactiviteit, buiten spelen, wandelen, individueel werken of vrij spel.
Rond het middaguur gaan de kinderen aan tafel voor de lunch. Aansluitend is er een verschoonronde, gaan de slapertjes naar bed, en de overige kinderen krijgen een rustmoment aangeboden in de groep. ’s Middags wordt er gedronken, fruit en een koekje gegeten, met aansluitend verschonen. De middag wordt verder ingevuld met buiten spelen, vrijspel, samen spelen met ontwikkelingsmateriaal of creatief bezig zijn.

De baby’s volgen hun eigen programma, wat in overleg met de ouders is afgestemd op de thuissituatie.

 

7.6 Slapen op het kinderdagverblijf

De kinderen kunnen bij Nanoq hun slaap of rust genieten. De slaapkamers zijn ingericht met gecertificeerde bedjes. Ieder kind heeft zijn vaste slaapplaats, wat voor hen een vertrouwd gevoel wekt. De grote en kleine slaapkamer grenzen aan de groepsruimte. De pedagogisch medewerkers hebben zicht op de slapende kinderen en kunnen contact met ze houden.

Voor de baby's en jonge kinderen tot 1,5 jaar geldt dat deze nog sterk hun eigen slaapritme hebben. Op de tijden dat deze kinderen thuis naar bed gaan, doen zij dat ook op het kinderdagverblijf. De meeste dreumesen en peuters gaan tussen de middag naar bed. Om op een prettige manier in slaap te komen of te rusten wordt er een muziekmobile aangezet. De kinderen slapen in een slaapzak of onder een dekentje of lakentje. Het beddengoed wordt regelmatig verschoond.

Voor wie niet slaapt, wordt een rustmoment op de groep aangeboden, waarbij bijvoorbeeld een verhaaltje wordt voorgelezen.

Ouders van baby’s tot 1 jaar tekenen een protocol “Veilig slapen op het kinderdagverblijf”.

 

7.7 Verzorging van de maaltijden

De voeding van de kinderen wordt samengesteld aan de hand van de richtlijnen van het  voedingscentrum. Aan de inkoop van de voeding wordt door ons grote zorg besteed. Zo dienen leveranciers te voldoen aan de regelgeving en voldoet onze eigen manier van het bewaren en bereiden van voeding daar ook aan.

De baby´s hebben hun eigen voedingsschema dat in overleg met de ouders is vastgesteld. Flesvoeding voor de baby's dient, in verband met de verschillende merken en soorten voeding, door de ouders zelf meegebracht te worden. De moeders die hun

kindje borstvoeding willen geven, hebben de gelegenheid om hun baby in het kinderdagverblijf te voeden, of afgekolfde borstvoeding mee te geven.

Eten is een sociaal gebeuren, de kinderen zitten gezamenlijk aan tafel. Als er een pedagogisch medewerker bezig is in de keuken om de voeding voor te bereiden, dan is het van belang dat de andere pedagogisch medewerker op de groep blijft. Tijdens het wachten aan tafel worden de kinderen bezig gehouden met een spelletje of een liedje.

Het gesprek tijdens het eten krijgt eveneens aandacht.

Nanoq zorgt voor een gevarieerd voedingsaanbod met gezonde producten. De broodmaaltijd bestaat uit bruin brood, diverse soorten beleg en soms een extraatje. De kinderen drinken een beker melk, thee of water. Iedere dag krijgen de kinderen vers fruit en zijn er verschillende gezonde tussendoortjes. In overleg is het

mogelijk om over individuele wensen of speciaal dieet afspraken te maken.

Warme groentehap en “lepel”fruit, meegenomen vanuit huis, geven wij tot de maximale leeftijd van 18 maanden.

In verband met haal- en brengtijden geven wij geen voedingen vòòr 9.00u. en na 16.30u.

Mee gebrachte maaltijden voor verlengde opvang bieden wij aan om 7.00u. of om 18.00u.

8 De Pedagogisch medewerker

 

Kinderopvang is een professionele activiteit. Dit vraagt om goed opgeleide mensen. De medewerkers zijn zich bewust van de pedagogische uitgangspunten van Nanoq en dragen deze uit naar kinderen en ouders. Zij beschikken over de vaardigheden die nodig zijn om de kinderen zowel individueel als in groepsverband te verzorgen en te begeleiden. De leidsters hebben een pedagogische beroepsopleiding gevolgd, en zijn in bezit van aanvullende certificaten van babycursus, taaleis NL 3F en EHAK. Nanoq verzorgt de nodige na- en bijscholing voor het personeel.

 

8.1 Vaste gezichtencriterium

Vaste pedagogisch medewerkers zijn voor kinderen herkenbaar en vertrouwd. Dit draagt bij aan een emotioneel veilig klimaat. Per dag staan er 1, 2 of 3 vaste gezichten. Nanoq werkt met een klein team, zodat de vaste pedagogisch medewerkers bekend zijn met alle kinderen en de werkwijze binnen de groep.

Bij ziekte, vakantie of verlof van een vast gezicht (waarbij een vast gezicht niet langer dan 4 weken afwezig is) kan er afgeweken worden van het vaste gezichtencriterium. Binnen Nanoq is de werkwijze, stabiliteit en sociaal-emotionele veiligheid voor kinderen gewaarborgd, omdat alle medewerkers elkaar, de kinderen en de werkwijze goed kennen. Bij ziekte, vakantie en/of verlof vangen zij diensten voor elkaar op. Hierdoor blijven er voor de kinderen altijd vertrouwde gezichten aanwezig.

 

8.2 Invalkrachten

De groep heeft zijn vaste pedagogisch medewerkers. Bij afwezigheid van een personeelslid door bijvoorbeeld ziekte of vakantie is het nodig dat iemand anders de werkzaamheden overneemt. Door een flexibele inzet van het team kunnen we diensten altijd intern vervangen door vast personeel. Daardoor hoeven we niet te werken met invalkrachten. In uiterste noodsituaties kunnen we terugvallen op 2 collega kinderdagverblijven. Nanoq kan op deze manier garanderen dat bij afwezigheid van de vaste pedagogisch medewerkers de kinderen altijd in vertrouwde handen zijn.

 

8.3 Inzet pedagogisch medewerkers en ondersteuners

Binnen Nanoq wordt er uitsluitend gewerkt met gediplomeerde beroepskrachten in de functie als pedagogisch medewerker. Zij beschikken over een voor de kinderopvang relevant diploma en een VOG (verklaring omtrent gedrag) met continue screening.

De personeelsinzet is conform het wettelijk vastgelegde leidster-kind ratio, zoals die  staat genoemd in de CAO kinderopvang.

Het aantal beroepskrachten, bij een gemengde leeftijdsgroep, wordt bepaald aan de hand van het rekenkundige gemiddelde van de voor de aanwezige leeftijdscategorieën geldende maximale aantallen kinderen.

Regels hiervoor zijn te lezen op www.1ratio.nl, waar ook de berekening is te maken voor de groepssamenstelling.

Per dag staan wij, afhankelijk van deze berekening, met 1, 2 of 3 pedagogisch medewerkers op de groep met maximaal 15 kinderen.

Diensttijden met 2 medewerkers op de groep liggen gangbaar tussen 7.30u-17.30u en 8.00u-18.00u., met 3 medewerkers is dat 7.30u-17.00u, 8.00u-17.30u en 8.30u-18.00u.

De daadwerkelijke werktijden stemmen we af op de kindaantallen en kunnen afwijken van het basisrooster.

 

8.4 3 Uurs regeling

Maximaal 3 uur per dag mag in de leidster-kind ratio een afwijking plaatsvinden. Die afwijking is een optelling en kan op verschillende momenten van de dag ontstaan.

’s Morgens bij de opstart en ’s middags bij het afsluiten van de dienst is er soms een afwijkend kindaantal aanwezig.

Tussen 12.30u en 14.00u hebben de medewerkers om beurten hun pauze, waardoor er een medewerkster minder dan de vereiste ratio actief is.

De medewerkster(s) die er op het afwijkende moment zijn zorgen voor de nodige aandacht voor de aanwezige kinderen, dragen zorg voor hun welbevinden en voeren geen nevenwerkzaamheden uit. Hierdoor is de sociaal-emotionele veiligheid van kinderen gewaarborgd.

Bij verlengde opvang vóór 7.30u of na 18.00u ontstaat geen afwijking in de ratio.

 

8.5 Inzet pedagogisch beleidsmedewerker/coach

Elke pedagogisch medewerker heeft recht op coaching. Deze coaching wordt geboden door een gekwalificeerde pedagogisch beleidsmedewerker/coach, zoals benoemd in de CAO Kinderopvang. Uitgangspunt van deze coaching is de persoonlijke coachvraag die de pedagogisch medewerker heeft. Hiervoor worden elk jaar POP (persoonlijk ontwikkelplan) gesprekken gevoerd waaruit kan worden opgemaakt wat deze coachvraag is en wat de pedagogisch medewerker nodig heeft om zichzelf te kunnen ontwikkelen. Samen met de pedagogisch coach zal worden gekeken naar een passend coachtraject.

Naast de individuele coachvraag kan er ook gekozen worden voor teamcoaching of het geven van training. Uitgangspunt hierbij is het bevorderen van de pedagogische vaardigheden van de pedagogisch medewerker en het team.

Een suggestie voor een coachvraag kan tevens voortkomen uit observatie en bevinding door de leidinggevende of de pedagogisch coach.

De inzet van de pedagogisch beleidsmedewerker/coach dient te voldoen aan enkele eisen, zoals de minimale inzet per fte en kindcentra. Dit heeft de organisatie schriftelijk vastgelegd in een apart document en is voor zowel ouders als pm ter inzage op de locatie aanwezig.

 

8.6 Groepshulp

Op het gebied van schoonhouden worden de pedagogisch medewerkers verlicht door een vrijwillige huishoudelijk medewerker. Deze wordt niet formatief ingezet en is alleen aanwezig buiten de openingstijden van Nanoq.

 

8.7 Stage en BBL

Om aankomende beroepskrachten de kans te geven ervaring op te doen binnen de kinderopvang, is er bij Nanoq gelegenheid voor stageplaatsen op MBO niveau. Zowel de kinderen als de stagiaire zelf hebben er belang bij vertrouwd met elkaar te raken. Alle activiteiten en werkzaamheden van de stagiaires gebeuren onder begeleiding van het vaste team. Gedurende de stage staan de stagiaires boventallig, mits er calamiteiten zijn en de stagiaire volgens regelgeving ingezet mag worden.

De inzet van de BBL-ers (Beroeps Begeleidende Leerweg) is conform de formatieve inzetbaarheid zoals gesteld in de CAO kinderopvang welke ook ter inzage ligt op het kinderdagverblijf. De professionaliteit en de kwaliteit blijven gewaarborgd. Andere stagiaires worden minimaal en niet formatief ingezet. Er zijn geen “snuffelstagiaires” voor een korte periode. Dit brengt voor onze groep teveel onrust en wisselende gezichten.




9 Samenwerken met ouders

Een goede relatie tussen ouders en Nanoq is van groot belang voor het kind. Een gedeelde zorg vraagt om goede afspraken. Het is belangrijk om elkaar goed op de hoogte te stellen van dat wat het kind heeft meegemaakt. Ouders en de pedagogisch medewerkers zijn zo beter in staat het kind te begrijpen. Daarom is het belangrijk dat ouders zich thuis kunnen voelen bij Nanoq.

 

9.1 Mentor en afstemming opvoedingsmilieu

Als pedagogisch medewerker speelt men een grote rol in de opvoeding van een kind. We zijn dan ook samen met de ouders verantwoordelijk voor het welzijn van een kind. Daarom wordt aandacht besteed aan de uitwisseling van opvoedingsideeën. Dit begint al bij de eerste kennismakingsafspraak. Daarin wordt de visie en werkwijze van het kinderdagverblijf aangegeven, zodat ouders bewust voor Nanoq kunnen kiezen.

Bij de intake horen de ouders wie als mentor voor hun kind is toegewezen. Daarnaast spelen vooral de pedagogisch medewerkers een grote rol. Zij hebben immers de directe verantwoordelijkheid voor de kinderen. Tijdens het intakegesprek kunnen de ouders aangeven wat zij belangrijk vinden in de opvoeding van hun kind. Samen met de mentor worden dan afspraken gemaakt. De mentor kan aangeven hoe wij met de verschillende opvoedingssituaties omgaan. Mentor of pedagogisch medewerkers overleggen regelmatig met de ouders over het kind. Dit gebeurt tijdens het brengen en halen van de kinderen. Daarnaast wordt er elk jaar een evaluatiegesprek tussen de mentor en de ouders aangeboden omtrent de ontwikkeling van het kind. Ook is het mogelijk om tussentijds een gesprek aan te vragen.


9.2 Betrokkenheid

Het is belangrijk dat de ouders zich betrokken voelen. Wij realiseren ons dat we opvang bieden aan hun dierbaarste bezit. We staan dan ook open voor ideeën en adviezen van ouders. Regelmatig hebben we contact met de oudercommissie.

 

9.3 Respect en privacy

Om de opvoedingssituatie thuis en op het kinderdagverblijf zo optimaal mogelijk op elkaar af te stemmen, is het nodig dat de pedagogisch medewerkers op de hoogte zijn van de thuissituatie. Er wordt dan ook zorgvuldig omgegaan met die informatie. Er ligt een privacyprotocol waarin staat dat de pedagogisch medewerkers een geheimhoudingsplicht hebben. Bovendien hebben zij te maken met de beroepscode kinderopvang, waarin ook regels zijn opgenomen omtrent de privacy van de ouders.

 

9.4 Kennismaking met Nanoq

Ouders die geïnteresseerd zijn in een opvangplaats bij Nanoq worden uitgenodigd voor een kennismakingsgesprek. Naast een rondleiding door de ruimte krijgen de ouders informatie over de pedagogische visie en werkwijze. Ouders kunnen hun kind

middels een formulier inschrijven. Voordat het kind voor de eerste keer bij Nanoq verblijft, vindt er een intakegesprek plaats.

Tijdens dit gesprek staan de persoonlijke wensen en verwachtingen van de ouders en het kind centraal. We maken afspraken over hoe we de gebruiken en zorg van thuis kunnen voortzetten of afstemmen bij Nanoq.

 

9.5 Voor het eerst naar Nanoq

Kinderen hebben tijd nodig om te wennen. Samen met de ouders wordt besproken op welke wijze we het kind vertrouwd kunnen maken met het kinderdagverblijf. Ouders kunnen bijvoorbeeld kiezen hun kind de eerste dagen later te brengen of eerder op te halen, en de duur van het verblijf op te bouwen.

 

9.6 Brengen en halen

Om ouders in de gelegenheid te stellen om samen met hun kind in het kinderdagverblijf te zijn en afscheid te kunnen nemen zonder dat dit teveel onrust veroorzaakt, is het dagprogramma hierop afgestemd. Ouders kunnen tussen 7.30 en 9.00 uur de kinderen

brengen en tussen 16.00 en 18.00 uur hun kind weer ophalen. Voor halve dagopvang is dat tussen 12.30 en 13.00 uur ophalen of brengen. De ouders kunnen op hun eigen manier afscheid nemen van het kind. Als dit moeite oplevert, werkt een kort afscheid vaak het best. Hoe moeilijk dit dan op het moment zelf ook is. Daarnaast is er tijd om informatie over het kind uit te wisselen tussen ouders en pedagogisch medewerker. In overleg is het natuurlijk mogelijk het kind op een ander moment te brengen of te halen. Mocht iemand anders dan normaal het kind komen halen dan is het nodig dat ouders dit vooraf aankondigen. We spreken dan een wachtwoord af en/of vragen een foto te appen.

De voordeur van Nanoq is altijd dicht. Deze is voorzien van bel en camerasysteem, en wordt door de medewerkers geopend.


9.7 Overdracht

De overdracht is het moment dat de pedagogisch medewerker en de ouders elkaar informeren over hoe het thuis en bij Nanoq is gegaan. Door goed op de hoogte te zijn over wat er met het kind is gebeurd, kunnen beide partijen goed inspelen op de behoefte van het kind. Bijvoorbeeld een kind dat thuis slecht geslapen heeft, kan bij Nanoq rekenen op wat extra aandacht en rustmomenten.

Mochten ouders de behoefte hebben om wat uitgebreider met de pedagogisch medewerkers te spreken of op ontwikkeling in te gaan, dan kunnen zij hiervoor een afspraak maken.

Het kind krijgt een persoonlijk schriftje van Nanoq waar bijzonderheden in genoteerd worden. Zowel door de pedagogisch medewerkers van Nanoq als door de ouders. Bij baby’s noteren we dagelijks de voedings- en slaaptijden. Als dit meestal hetzelfde is, laten we deze informatie schriftelijk achterwege. Naarmate het kind ouder wordt, schrijven we alleen bijzonderheden in het schriftje, en bouwen we het schrijven bij de 3+ kindjes geheel af. Een aantal keren per jaar komen in het schrijven diverse thema’s op ontwikkelingsgebied aan bod. Op het memobord op de slaapkamerdeur noteren we de grote lijn van dagactiviteiten of thema.

 

9.8 Ouders op de groep

Ouders zijn welkom op de groep om de verjaardag van hun kind mee te vieren. Gedurende dit bezoek kunnen zij een deel van het dagprogramma meemaken. Een groepsbezoek stemmen ouders en de pedagogisch medewerkers vooraf af. Een tussentijds groepsbezoek is niet wenselijk, zodat we de rust in de groep kunnen behouden.

 

9.9 Informatievoorziening

Over de ontwikkelingen in de organisatie worden de ouders schriftelijk op de hoogte gesteld. Ouders worden geïnformeerd over bijzondere activiteiten, pedagogisch beleid, kwaliteitsontwikkeling en huisregels. Ouders kunnen voor informatie ook terecht op

internet via www.kdv-nanoq.nl . Jaarlijks organiseren we een informatieavond, waarop ouders nader kennis kunnen maken met de pedagogisch medewerkers en ouders van groepsgenootjes van hun kind. De pedagogisch medewerkers informeren de ouders over het dagprogramma en wijze waarop daar invulling aan wordt gegeven. Tevens zijn er bij Nanoq themabijeenkomsten in de vorm van een lezing of een workshop.

 

9.10 Extra opvang afnemen

Het is mogelijk om naast de vaste contracturen extra dagdelen of verlengde opvang af te nemen. Ouders kunnen dit schriftelijk aanvragen. Extra opvang kan men afnemen in dagdelen. De verlengde opvang kan een uur voor of na de reguliere tijd van de dag worden geplakt. Wanneer dit binnen de groepssamenstelling past betreffende leidster-kindratio, krijgen ouders bevestiging van de extra plaatsing. De facturatie hiervoor komt na afloop van de desbetreffende maand. Regelgeving en beleid zijn hetzelfde als binnen de reguliere dagopvang. Bij verlengde opvang in de ochtend of avond mag een maaltijd van thuis mee gebracht worden, welke op Nanoq genuttigd wordt buiten de reguliere opvangtijd.


9.11 Oudercommissie

Inspraak van ouders is voor Nanoq belangrijk: ouders denken mee over de wijze waarop wij met hun kinderen omgaan. Hiervoor is een oudercommissie actief.

Deze commissie stelt zich ten doel de belangen van de kinderen en de ouders zo goed mogelijk te behartigen. De oudercommissie heeft, op grond van de wet, adviesrecht over zaken als:

  • de uitvoering van het kwaliteitsbeleid
  • pedagogisch beleidsplan
  • voedingsaangelegenheden
  • risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid
  • openingstijden
  • wijziging van de prijs van de kinderopvang

De oudercommissie fungeert als aanspreekpunt voor de ouders, kan gevraagd en ongevraagd adviseren over de onderwerpen waarop de commissie adviesrecht heeft, kan inbreng hebben op ouderavonden en themabijeenkomsten en draagt zorg voor een

goede en heldere informatieverstrekking aan de overige ouders over de activiteiten van de oudercommissie. De oudercommissie organiseert activiteiten en speelt een belangrijke rol in het ontvangen en signaleren van vragen, opmerkingen, suggesties en eventuele klachten van andere ouders.

Als ouders zich willen aanmelden voor lidmaatschap van de oudercommissie kunnen zij contact opnemen met de leidinggevende van Nanoq of via email oc@kdv-nanoq.nl.  

 

9.12 Huisregels

De huisregels van Nanoq beschrijven een aantal afspraken en regels die zijn vastgelegd zodat ouders weten van ze van ons, en omgekeerd, kunnen verwachten. Deze praktische afspraken bevorderen een veilige en vertrouwde opvang van de kinderen in het kinderdagverblijf.  De huisregels van Nanoq staan op de website, of zijn via de locatie te verkrijgen.

 

9.13 Klachtenregeling

Wij streven naar een open relatie met de ouders waarbinnen problemen en klachten aan de orde gesteld kunnen worden. Door in gesprek te gaan proberen we er samen met de ouders uit te komen. De klachtenprocedure is opgenomen in het klachtenbeleid.

Als ouders niet in gesprek willen met Nanoq of er samen niet uit komen dan kunnen de ouders altijd beroep doen op de externe klachtencommissie. Deze is te bereiken via www.degeschillencommissie.nl

 

 

 

10 Tot slot

Kwaliteit is doorslaggevend voor de effecten die kinderopvang heeft op de ontwikkeling van kinderen. Ouders moeten er van op aan kunnen dat het goed zit met die kwaliteit. Zij hebben er recht op te weten hoe het met de kwaliteit van hun kinderdagverblijf is gesteld. Het pedagogisch beleidsplan van Nanoq biedt ouders en pedagogisch medewerkers inzicht in de pedagogisch grondbeginselen van het kinderdagverblijf en is tevens de leidraad voor de dagelijkse omgang met uw kinderen.

Nanoq hecht er waarde aan daarvoor in gesprek te blijven met ouders en pedagogisch medewerkers. Deze samenspraak is een voortdurend kritisch proces dat leidt tot verdieping en mogelijk tot veranderde inzichten. Het pedagogisch beleidsplan is dan ook geen eindproduct. We bespreken dit plan in overleggen van het team en oudercommissie en passen het aan indien nodig gewenst.

In aanvulling op dit pedagogisch werkplan zijn er een aantal protocollen opgesteld. Zoals een protocol slapen op het kinderdagverblijf, ziekteverzuim, kindermishandeling, vermissing, hygiëne, calamiteitenplan, intake, borstvoeding, etc. Deze protocollen gaan dieper in op de desbetreffende onderwerpen en geven aan hoe te handelen in voorkomende gevallen.

Wij gaan ervan uit dat u door het lezen van dit beleidsplan een duidelijk beeld heeft gekregen van het hoe en waarom op kinderdagverblijf Nanoq. Mocht u echter opmerkingen en aanvullingen hebben ten aanzien van dit plan dan zijn deze uiteraard welkom.